Hello, for another English task, I had to write a game report of one of my last soccer games. This season, I played in the second team of Oud-Heverlee Leuven and I chose the game Chastre - Oud-Heverlee Leuven.
Two weeks ago, we became the champions of our league and on Saturday afternoon, we played our last competition match of the season in Chastre. We won against every team in our league at least once except against them, we finished 1-1 in our first confrontation. So we wanted to win this game well. Chastre was ranked third in our league so it wouldn't be easy to win, we thought.
The game began and we were the better team in the first ten minutes. I came in a one-on-one situation with the goalkeeper but the defender tackled me in the sixteen meters. However, the referee didn't see it as a foul, so we didn't get a penalty. Ten minutes later, our left back, Lotte Michiels, got a chance to score and she did! 0-1 after twenty minutes. Another ten minutes later, Jana Janssens, scored between the legs of the other goalkeeper, 0-2 after thirty minutes. Before half time, Zélie Lambert, our goalkeeper, did a nice save and she saved us from the 1-2. Fifteen minutes into the second half, we got a penalty and our captain, Michelle Colson, took the ball and scored the 0-3. Then, the trainer decided to change all three players together. Lisa Vanhentenryck, Lore Asselberghs and Lies Bongaerts went out and Hannah Eurlings, Tess Wils and Louise Rillaerts came in. In the seventieth minute, the entered Tess Wils scored the 0-4. Seven minutes before full time, there was a player from Chastre who stood off-side but the referee didn't see it so she came in a one-on-one situation with our goalkeeper. She dribbled het but it would be goal so Zélie Lambert tackled her and the referee decided to give a penalty against us and to give a yellow card to Zélie. Chastre scored and the final score stood on the board, 1-4 for us, Oud-Heverlee Leuven.
Thank you for reading and I hope you enjoyed my report!
Corbi blogt
vrijdag 17 mei 2019
Interview questions industrial engineering
Hello everybody, for an English task, I had to interview someone about the study I want to do next year. I want to do industrial engineering so I interviewed my aunt, Liesbeth, because she's an industrial engineer. In this post, I will show you my interview questions I asked her.
Where did you study industrial engineering and why?
- In Mechelen at Thomas More because it was most nearby the house where I was living.
What kind of master did you do?
- I just have a professional bachelor industrial engineering so I don't have a master but I graduated in the option land survayor.
Was the study of industrial engineering difficult?
- My opinion is that no matter what kind of study you choose, it won't be easy. But I think that everybody can do any kind of study that they want to do if they learn their lessons everyday. In the study of industrial engineering, there are a few chapters which can be left out for the final exam if you succeed for a 'little' test during the year. So if you succeed for those 'little' tests, you have to learn less chapters on the end of the year and then, the final exams are a little bit easier.
Where there a lot of lessons in English?
- A few, like communication and philosophy.
Was there enough variety?
- Yes, I think. You have mathematics, chemistry,.. but also hydronamics, hydraulics and other stuff where you didn't learn about in high school and you have also practical lessons which are also nice.
So, I hope you enjoyed the interview and that you now something more about the study of industrial engineering. Thank you for reading!
Where did you study industrial engineering and why?
- In Mechelen at Thomas More because it was most nearby the house where I was living.
What kind of master did you do?
- I just have a professional bachelor industrial engineering so I don't have a master but I graduated in the option land survayor.
Was the study of industrial engineering difficult?
- My opinion is that no matter what kind of study you choose, it won't be easy. But I think that everybody can do any kind of study that they want to do if they learn their lessons everyday. In the study of industrial engineering, there are a few chapters which can be left out for the final exam if you succeed for a 'little' test during the year. So if you succeed for those 'little' tests, you have to learn less chapters on the end of the year and then, the final exams are a little bit easier.
Where there a lot of lessons in English?
- A few, like communication and philosophy.
Was there enough variety?
- Yes, I think. You have mathematics, chemistry,.. but also hydronamics, hydraulics and other stuff where you didn't learn about in high school and you have also practical lessons which are also nice.
So, I hope you enjoyed the interview and that you now something more about the study of industrial engineering. Thank you for reading!
dinsdag 5 juni 2018
Zwijg en dans!
Voor mijn laatste blogbericht van dit schooljaar heb ik
besloten om zelf een verhaaltje te schrijven.
Dit verhaaltje zal gaan over hoe je kikkers kan doen stoppen met kwaken.
De boodschap van het verhaal vind je op het einde van het verhaal.
Zwijg en
dans!
Mijn buurman heeft een vijver met vissen in. In de zomer
zitten er in die vijver niet alleen vissen maar ook kwakende kikkers. Het
gekwaak is wel niet lelijk hoor, het lijkt soms zelfs een concert! Alleen staat
de muziek van het concert iets te luid waardoor ik soms heel moeilijk kan
slapen. Omdat ik op een avond niet kon slapen, heb ik liggen fantaseren over hoe
ik ze zou kunnen doen zwijgen of verjagen. Tijdens het fantaseren heb ik de
kikkers ook een naam gegeven, de familie Music Maestro.
Oordopjes
Het eerste waar ik aan dacht, waren oordopjes. Dit is een
heel eenvoudige oplossing waarmee het probleem direct opgelost zou zijn, maar
dan zou ik mijn wekker ’s ochtends niet
horen. En achteraf gezien zou dit ook maar een saaie oplossing zijn dus dacht
ik nog wat verder na.
Reigers
Toen dacht ik: “Wat als ik nu twintig reigers rond de vijver
zet, dan zal de familie Music Maestro zeker worden opgegeten en zal het lawaai
ophouden”. Het nadeel is dan wel dat de vissen ook mee opgegeten zullen worden
en dat gaat mijn buurman niet zo leuk vinden, dus is dit ook niet echt zo’n
goede oplossing.
Muziek
Na een tijdje had ik de perfecte oplossing gevonden! Ik zou
de familie Music Maestro kunnen verjagen met hetzelfde waarmee ze mij wakker
hielden. Ik zou kei harde leuke muziek opzetten waardoor ze zouden verhuizen
naar een andere vijver, een vijver verder weg zodat ik de kikkers niet meer zou
kunnen horen. En dat deed ik, ik zette het liedje ‘Let it be’ van ‘het
feestteam’ kei luid op. Maar wat ik dacht gebeurde niet, de familie Music
Maestro verroerde geen vin! Ik zette het liedje nog luider en er gebeurde iets
heel vreemds. De kikkers zwegen, wat ook goed is om te kunnen slapen maar
slapen ging nog altijd niet door de muziek. Ik zette de muziek af maar toen
begon de familie Music Maestro terug met optreden. Ik zette de muziek terug op
en de kikkers begonnen weer te dansen. Door de luide muziek kwam ook mijn
buurman buiten. “Oei, hij gaat boos
worden!” dacht ik. Maar dat was niet het geval, hij begon mee te dansen met de
familie Music Maestro. Ze maakten er samen een feestje van. Het feestje zag er
zo leuk uit, dat ik mee ben gaan dansen. Want ja, slapen zat er toch niet in.
Ofwel het kwakende kikker concert ofwel mijn luide muziek. Het werd nog een
hele fijne avond en nacht, veel leuker dan dat ik voor de oordopjes had
gekozen, de makkelijke, saaie oplossing.
De boodschap van dit verhaal is dat iedereen samen plezier
kan maken, groot, klein, mens en dier. Je hoeft elkaar zelfs niet te kennen of
te verstaan. Maar ook dat je soms wat langer moet nadenken en creatief moet
zijn om iets wat je echt wilt te kunnen bereiken, en dit natuurlijk op een
toffe manier.
Elfje
Een elfje is een gedicht dat bestaat uit elf woorden. De eerste regel bestaat uit één woord, de tweede regel uit twee woorden, de derde uit drie woorden, de vierde uit vier woorden en de laatste terug uit één woord. Het laatste woord is een samenvatting of beschrijving van het geheel. Deze dichtvorm is ontstaan in de Verenigde Staten en staat daar bekend als "American Cinquain". Deze poëzievorm is voor het eerst in het Nederlands geschreven in de twintigste eeuw door Taaldrukwerkplaats Amsterdam.
dinsdag 22 mei 2018
De Griezels
Ik heb het boek 'de griezels' van Roald Dahl gelezen en ik ga jullie in deze blog vertellen over wat dat boek ging.
Meneer en mevrouw Griezel
Het boek gaat over mevrouw Griezel en meneer Griezel. Mevrouw Griezel is struis gebouwd, heeft een lange, kromme neus en ze heeft haar dat lijkt op een vogelnest. Meneer Griezel is groot, heeft een bultrug en een lange onverzorgde baard die vol zit met etensresten van een week geleden. Beide hebben ze doorlopende wenkbrauwen en een onverzorgd gebit.
Grapjassen
Meneer en mevrouw Griezel houden ervan om grappen met elkaar uit te halen. Het begon met mevrouw Griezel die een worm in de spaghetti van meneer Griezel stopte. Eindigen deed het dan weer met meneer Griezel die de meubels tegen het plafond kleefde en mevrouw Griezel deed geloven dat ze steeds ondersteboven liep en niet meer normaal kon lopen.
Huidieren
Ze hebben ook huisdieren, de Muggle-Wump apen. Met de Muggle-Wump apen wilden ze het ondersteboven circus opstarten, ze wilden dat de apen een hele show lang op hun handen liepen en zo ook trucjes uitvoerden. De apen zaten opgesloten in een kooi en waren verplicht om op hun handen te staan tot de Griezels zeiden dat ze mochten stoppen. Als ze vroeger stopten, dan verwerkten de Griezels de apen in een gebak. Deze apen wisten dan ook te ontsnappen aan de Griezels met hulp van de Roly-Poly vogel. Dat is een hele grote kleurrijke vogel.
vogeltaart
Elke donderdag maakte mevrouw Griezel een vogeltaart. Meneer Griezel smeerde woensdagavond een boom in met superlijm, elke vogel die dan op die boom ging zitten kleefde aan de boom en werd de volgende ochtend verwerkt in de vogeltaart.
Ik vond dit een vlot boek om te lezen maar ik zou het niet meer lezen voor mezelf, ik zou het eerder aan jongere kinderen voorlezen (tot twaalf jaar ongeveer). Dit zou ik doen omdat het voor die leeftijd een grappiger verhaal is denk ik. Voor oudere kinderen is het te voorspelbaar vind ik.
Meneer en mevrouw Griezel
Het boek gaat over mevrouw Griezel en meneer Griezel. Mevrouw Griezel is struis gebouwd, heeft een lange, kromme neus en ze heeft haar dat lijkt op een vogelnest. Meneer Griezel is groot, heeft een bultrug en een lange onverzorgde baard die vol zit met etensresten van een week geleden. Beide hebben ze doorlopende wenkbrauwen en een onverzorgd gebit.
Grapjassen
Meneer en mevrouw Griezel houden ervan om grappen met elkaar uit te halen. Het begon met mevrouw Griezel die een worm in de spaghetti van meneer Griezel stopte. Eindigen deed het dan weer met meneer Griezel die de meubels tegen het plafond kleefde en mevrouw Griezel deed geloven dat ze steeds ondersteboven liep en niet meer normaal kon lopen.
Huidieren
Ze hebben ook huisdieren, de Muggle-Wump apen. Met de Muggle-Wump apen wilden ze het ondersteboven circus opstarten, ze wilden dat de apen een hele show lang op hun handen liepen en zo ook trucjes uitvoerden. De apen zaten opgesloten in een kooi en waren verplicht om op hun handen te staan tot de Griezels zeiden dat ze mochten stoppen. Als ze vroeger stopten, dan verwerkten de Griezels de apen in een gebak. Deze apen wisten dan ook te ontsnappen aan de Griezels met hulp van de Roly-Poly vogel. Dat is een hele grote kleurrijke vogel.
vogeltaart
Elke donderdag maakte mevrouw Griezel een vogeltaart. Meneer Griezel smeerde woensdagavond een boom in met superlijm, elke vogel die dan op die boom ging zitten kleefde aan de boom en werd de volgende ochtend verwerkt in de vogeltaart.
Ik vond dit een vlot boek om te lezen maar ik zou het niet meer lezen voor mezelf, ik zou het eerder aan jongere kinderen voorlezen (tot twaalf jaar ongeveer). Dit zou ik doen omdat het voor die leeftijd een grappiger verhaal is denk ik. Voor oudere kinderen is het te voorspelbaar vind ik.
Mijn oma's schooltijd
Toen mijn oma naar school ging, was het niet zoals nu. Ik heb mijn oma hierover geïnterviewd en ik zal je in deze blog vertellen hoe het was om naar school te gaan in de tijd van mijn oma en hoe het eten veranderd is van vroeger tot nu. Mijn oma is geboren rond de jaren 1950.
School
In de kleuterschool en in de lagere school kreeg mijn oma les van een non. De nonnen waren strenger dan de leerkrachten nu, soms te streng vertelde mijn oma. In de middelbare school kreeg mijn oma les van een 'gewone' vrouwelijke leerkracht maar het onderwijs bleef katholiek. Wanneer een vrouwelijke leerkracht trouwde, mocht ze geen les meer geven. Hierdoor heeft mijn oma heel veel verschillende leerkrachten gehad. Nonnen mochten niet trouwen waardoor ze gedurende één schooljaar de vaste leerkracht van een klas waren.
Mijn oma volgde onderwijs tot ze zeventien jaar oud was. In de middelbare school studeerde ze huishouden. Ze leerde hoe je moet naaien, breien, koken, schoonmaken,... Ze moest huishouden studeren omdat er in die tijd weinig studierichtingen waren. Ze had liever verpleging gestudeerd, maar dat mocht niet van haar mama omdat haar mama het nuttiger vond om huishouden te studeren voor later wanneer ze haar eigen huishouden had. In de lagere school moest ze ook zaterdagvoormiddag naar school.
Eten
Mijn oma eet alles bijna even graag maar vroeger was er niet evenveel keuze als nu. Ze aten enkel seizoensgebonden fruit en groenten, nu kunnen we het hele jaar door eten waar we zin in hebben. Als voorbeeld moet je maar even denken aan tomaten. Nu kunnen we het hele jaar door tomaten eten, vroeger konden ze enkel in de zomer tomaten eten.
Tegenwoordig gaan wij naar de bakker als we zin hebben in een koffiekoek maar vroeger kon dit ook niet. Eerst en vooral omdat de bakker niet open was in het weekend maar ook omdat dat niet mocht van haar ouders. Van haar ouders mocht ze enkel bij speciale gelegenheden naar de bakker. Bijvoorbeeld bij een verjaardagsfeestje of als er kermis was in het dorp. Vroeger waren er ook soorten eten die er nu niet meer zijn of dat je toch niet zo makkelijk niet meer vindt. Mijn oma at vroeger als snoep heel graag een 'kalissenstok' ook wel 'zoethout' genoemd. Zij dronk dit vroeger, je moest het stokje in water stoppen en dan had je een drankje dat eruit zag als cola maar het smaakte anders.
Zo, nu weten jullie wat meer over hoe het was tijdens de jeugdjaren van mijn oma.
School
In de kleuterschool en in de lagere school kreeg mijn oma les van een non. De nonnen waren strenger dan de leerkrachten nu, soms te streng vertelde mijn oma. In de middelbare school kreeg mijn oma les van een 'gewone' vrouwelijke leerkracht maar het onderwijs bleef katholiek. Wanneer een vrouwelijke leerkracht trouwde, mocht ze geen les meer geven. Hierdoor heeft mijn oma heel veel verschillende leerkrachten gehad. Nonnen mochten niet trouwen waardoor ze gedurende één schooljaar de vaste leerkracht van een klas waren.
Mijn oma volgde onderwijs tot ze zeventien jaar oud was. In de middelbare school studeerde ze huishouden. Ze leerde hoe je moet naaien, breien, koken, schoonmaken,... Ze moest huishouden studeren omdat er in die tijd weinig studierichtingen waren. Ze had liever verpleging gestudeerd, maar dat mocht niet van haar mama omdat haar mama het nuttiger vond om huishouden te studeren voor later wanneer ze haar eigen huishouden had. In de lagere school moest ze ook zaterdagvoormiddag naar school.
Eten
Mijn oma eet alles bijna even graag maar vroeger was er niet evenveel keuze als nu. Ze aten enkel seizoensgebonden fruit en groenten, nu kunnen we het hele jaar door eten waar we zin in hebben. Als voorbeeld moet je maar even denken aan tomaten. Nu kunnen we het hele jaar door tomaten eten, vroeger konden ze enkel in de zomer tomaten eten.
Tegenwoordig gaan wij naar de bakker als we zin hebben in een koffiekoek maar vroeger kon dit ook niet. Eerst en vooral omdat de bakker niet open was in het weekend maar ook omdat dat niet mocht van haar ouders. Van haar ouders mocht ze enkel bij speciale gelegenheden naar de bakker. Bijvoorbeeld bij een verjaardagsfeestje of als er kermis was in het dorp. Vroeger waren er ook soorten eten die er nu niet meer zijn of dat je toch niet zo makkelijk niet meer vindt. Mijn oma at vroeger als snoep heel graag een 'kalissenstok' ook wel 'zoethout' genoemd. Zij dronk dit vroeger, je moest het stokje in water stoppen en dan had je een drankje dat eruit zag als cola maar het smaakte anders.
Zo, nu weten jullie wat meer over hoe het was tijdens de jeugdjaren van mijn oma.
woensdag 14 februari 2018
Old school
When our grandparents
went to school, it wasn’t like today. I will tell you how it was in my grandma’s
childhood and how the food has changed over the years.
School
In the nursery
school and the primary school, my grandma was taught by a nun. They were more
strict, sometimes too strict she said. In the secondary school, she was taught
by a ‘normal’ female teacher but the education stayed catholic. When a female
teacher got married, they were forbidden to educate. Because of this, my
grandma had a lot of different teachers. A nun didn’t get married so they
stayed the whole year.
My grandma
stayed at school until she was seventeen years old. In secondary school, she
studied ‘housekeeping’ (learning how to knit, to sew, to cook, to clean,…). She
had to study housekeeping because there were less branches of studies. In fact,
she wanted to do nursing but her mother wanted her to study housekeeping
because she found it more useful for when she had her own household. In the
primary school, she had also to go to school on Saturday morning.
Food
My grandma
eats almost everything even gladly but once there weren’t so many choices of
food. They had to eat the vegetables and fruit that were growing in that season
of the year, now we can eat everything we want. For example, once, they couldn’t
eat tomatoes in the winter and now we can. Now, we go to the bakery when we
want to eat cake. Once, they had to do this throughout the week because in the
weekends the bakery was closed. There were also things they used to eat but
now, those things don’t exist anymore. For example a ‘kalissenstok’, it was a
black stick that you had to put in water and then you had a drink that looked
like coca cola but tasted different.
zondag 26 november 2017
Kindertaal
Je hebt het waarschijnlijk wel al meegemaakt, je bent aan het praten met een kindje dat net leert praten en opeens zegt dat kindje een woord dat je nog nooit hebt gehoord, je moet dus even denken wat die ermee bedoelt. Hierover ga ik het in deze blog hebben. Het voorbeeld dat ik net heb gegeven, heet kindertaal. Kinderen verkorten en vereenvoudigen moeilijke woorden zodat zij het beter begrijpen. Bijvoorbeeld: handschoen wordt handsok, wat eigenlijk wel logischer is.
Als men het woord 'kindertaal' hoort, dan denken de meeste mensen aan brabbelen, mompelen of dat het onverstaanbaar is. Dat is dus niet zo. Kinderen brabbelen wel maar brabbelen is niet hetzelfde als kindertaal. Vanaf de zevende maand begint een kind te brabbelen en vanaf ongeveer twee à drie jaar kan je spreken van kindertaal. Vanaf deze leeftijd begint een kind met meer dan twee woorden zinnen te maken en dus ook langere en moeilijkere woorden te gebruiken.
Je kind leren spreken van de moedertaal begint met luisteren. Dat luisteren begint al voor de geboorte in de buik. Zo raakt de baby al gewent aan het ritme en de melodie van de moedertaal. Kinderen ontwikkelen een voorkeur voor het ritme van hun eigen moedertaal. Dat ritme is voor elke taal anders. Als je je kind wilt leren spreken, dan spreek je dus best wat langzamer, herhaal je veel en wijs je best in de richting van het bedoelde voorwerp.
Kindertaal is heel normaal. Het zou heel raar zijn moest je kind ineens van brabbelen naar het spreken van perfect algemeen Nederlands gaan. Ik denk zelfs dat het soms leuk is dat je kind woorden verdraait, ik denk dat er wel grappige dingen uit een kindermond kunnen komen. Zo zei mijn broertje vroeger tegen een chocolaatje 'een kakkeslak'.
Als je een kind nu 'handsok' hoort zeggen, denk ik dat je nu een beetje weet hoe dit komt en dat dit dus ook normaal is. En als je wil dat je kind zijn moedertaal goed spreekt dat je in het begin best traag spreekt.
Bibliografie:
Als men het woord 'kindertaal' hoort, dan denken de meeste mensen aan brabbelen, mompelen of dat het onverstaanbaar is. Dat is dus niet zo. Kinderen brabbelen wel maar brabbelen is niet hetzelfde als kindertaal. Vanaf de zevende maand begint een kind te brabbelen en vanaf ongeveer twee à drie jaar kan je spreken van kindertaal. Vanaf deze leeftijd begint een kind met meer dan twee woorden zinnen te maken en dus ook langere en moeilijkere woorden te gebruiken.
Je kind leren spreken van de moedertaal begint met luisteren. Dat luisteren begint al voor de geboorte in de buik. Zo raakt de baby al gewent aan het ritme en de melodie van de moedertaal. Kinderen ontwikkelen een voorkeur voor het ritme van hun eigen moedertaal. Dat ritme is voor elke taal anders. Als je je kind wilt leren spreken, dan spreek je dus best wat langzamer, herhaal je veel en wijs je best in de richting van het bedoelde voorwerp.
Kindertaal is heel normaal. Het zou heel raar zijn moest je kind ineens van brabbelen naar het spreken van perfect algemeen Nederlands gaan. Ik denk zelfs dat het soms leuk is dat je kind woorden verdraait, ik denk dat er wel grappige dingen uit een kindermond kunnen komen. Zo zei mijn broertje vroeger tegen een chocolaatje 'een kakkeslak'.
Als je een kind nu 'handsok' hoort zeggen, denk ik dat je nu een beetje weet hoe dit komt en dat dit dus ook normaal is. En als je wil dat je kind zijn moedertaal goed spreekt dat je in het begin best traag spreekt.
Bibliografie:
- (25.08.2017). Kindertaal.(26.11.2017,wikiwoordenboek; https://nl.wiktionary.org/wiki/kindertaal).
- kindertaal.(26.11.2017,smallworldofwords; https://www.smallworldofwords.org/nl/project/explore).
- kind en gezin. Fasen in taalontwikkeling. (26.11.2017, kind en gezin; https://www.kindengezin.be/ontwikkeling/taal-en-communicatie/fasen-in-taalontwikkeling/#top).
- Taalcacon. (31.05.2017). Hoe leert een kind zijn moedertaal? (26.11.2017, youtube; https://www.youtube.com/watch?v=bPMNewrO604).
zondag 17 september 2017
Dialecten op internaat
Dialecten op internaat
Ik zit op internaat en daar hoor je veel verschillende dialecten. Zo kan je ook te weten komen waar sommigen wonen. Degenen die het makkelijkst te onderscheiden zijn volgens mij, zijn West-Vlaams, Limburgs en Antwerps.
Als je met mensen praat met een ander dialect, dan is het soms wel grappig omdat je elkaar soms niet verstaat. Dat begint bij heel simpele woorden zoals een boterham of een enkel. In het West-Vlaams zegt men 'stutte' tegen een boterham. In het Brabants zegt men 'knoesels' tegen enkels. En zo heb je nog veel meer woorden.
De dialecten verdwijnen langzaam aan wel doordat mensen verhuizen, verder weg gaan werken, op internaat gaan,... Op internaat zijn er bijvoorbeeld kinderen die tegen het einde van de week sommige woorden over nemen van andere dialecten. Zo mengen dialecten zich onderling en veranderen de dialecten. Vroeger werd er ook meer dialect gesproken dan nu. Kijk maar naar je grootouders bijvoorbeeld.
Abonneren op:
Posts (Atom)